Ava ter Voorde is ziek. Sinds zij haar eniggeboren zoon verloor, lijkt het leven een grote donkere tunnel en komt ze letterlijk geen stap meer vooruit. Na een lange medische zoektocht, waarin ze van het kastje naar de muur wordt gestuurd, dient een laatste mogelijkheid zich aan. Aron Sahne, een neuroloog op leeftijd, is bereid haar te behandelen. Er ontstaat een bijzondere relatie tussen hem en Ava; een verhouding die grensoverschrijdend lijkt. Aron wekt Ava met penseelstreken tot leven en daagt haar uit vooruit te kijken. Net als zij besluit om de waarheid niet langer te ontlopen, zadelt Aron haar op met een nieuw dilemma.
'Bijzonder zoals Mirjam van de Vegt in staat is om de wanhoop van de hoofdpersoon Ava te beschrijven. Al lezende identificeer je je met haar verdriet en worden haar keuzes invoelbaar. Mirjam laat zien dat waarheid en liefde niet altijd samengaan. Dat vind ik knap.' – ANNE WESTERDUIN